Financiering
GBLT heeft geen leningen en kredieten (financieringsportefeuille) en op basis van de begroting en de voorgenomen vervangingsinvesteringen is het uitgangspunt dat dit vanuit de eigen liquide middelen gefinancierd kan worden (o.a. door afschrijvingen). De rentelasten zijn als gevolg nihil en het renteresultaat is positief vanwege de rentebate op het schatkistbankieren. Aangezien de rentelasten nihil zijn en er geen financieringsbehoefte is, is geen rente toegerekend aan de investeringen.
Bedrijfsfinanciering
GBLT trekt alleen geld aan voor de uitvoeringstaak. Dit betekent dat alleen geld wordt aangetrokken voor activiteiten die door het bestuur zijn goedgekeurd. Bij het, eventueel, aantrekken van vreemd vermogen houdt GBLT zich aan de financieringsvoorschriften zoals die zijn vastgesteld in de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido). Daarvoor staan twee instrumenten ter beschikking:
- de kasgeldlimiet om het renterisico te beperken bij financiering met kort geld (< 1 jaar);
- de renterisiconorm om het renterisico te beperken bij financiering met lang geld (> 1 jaar).
Kasgeldlimiet
Conform artikel 2 van de uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden, is voor gemeenschappelijke regelingen de kasgeldlimiet bepaald op 8,2% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. De kasgeldlimiet bedraagt €2.187.172.
Renterisiconorm
Uitgangspunt voor het invoeren van de renterisiconorm is het streven naar een spreiding van looptijden van langlopende leningen, met als doel een beperking van renterisico's. Het bedrag aan aflossing en het bedrag van de lening dat in aanmerking komt voor renteherziening mag in het betreffende jaar de renterisiconorm niet overschrijden. Voor gemeenschappelijke regelingen is de renterisiconorm bepaald op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari van het begrotingsjaar met een minimum van
€ 2.500.000. Dit betekent dat de renterisiconorm voor GBLT € 5.334.566 bedraagt.
Kredietfaciliteit
In de praktijk betekent het bovenstaande dat GBLT:
- wekelijks de ontvangen belastingopbrengsten doorbetaalt aan de opdrachtgevers;
- nagenoeg altijd een gering positief saldo heeft dat dagelijks wordt afgestort bij de schatkist.
Liquiditeitspositie
De door de deelnemers te betalen bijdragen zullen maandelijks worden verrekend met de ten behoeve van de deelnemers ontvangen belastinggelden.
Risicobeheer
Er vindt geen uitzetting van gelden plaats en GBLT maakt geen gebruik van financiële instrumenten zoals derivaten en opties. Het risicobeleid is erop gericht toekomstige risico's inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te spreiden.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandsvermogen
GBLT houdt geen weerstandsvermogen aan. Conform artikel 44 lid 3 van de Gemeenschappelijke regeling GBLT zijn de deelnemers verplicht er zorg voor te dragen dat GBLT te allen tijde beschikt over voldoende middelen om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. Dit betekent dat de deelnemers zelf maatregelen moeten treffen om eventuele risico’s af te dekken. Het is daarom van groot belang om risico’s goed te beheersen.
Binnen de begroting is een post onvoorzien opgenomen van € 200.000 die gebruikt kan worden om niet begrote kosten te dekken.
Risicomanagement
De aandacht voor risicomanagement is de afgelopen jaren sterk gegroeid. GBLT streeft ernaar de risico’s in de processen in hoge mate te vermijden en/of beheersen. Primair willen we voorkomen dat er te laat, onvolledig of onjuist wordt opgelegd of beschikt, om zo te voorkomen dat de burger, onze deelnemers of wijzelf mogelijk in financiële problemen komen of ons imago een flinke deuk oploopt. Vanaf boekjaar 2025 is het van cruciaal belang om de rechtmatigheidsverantwoording voor dat jaar te waarborgen, waarbij de verantwoordelijkheid hiervoor bij het dagelijks bestuur komt te liggen.
Om de risico’s te beheersen, maken we gebruik van het zogenaamde Three Lines of Defense-model. Primair verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstelling en beheersing van risico’s van het proces is het lijnmanagement (eerste lijn). Een ander onderdeel van het model is het (intern) uitvoeren van verbijzonderde interne controles (VIC's) en audits. Dit zijn respectievelijk de tweede en derde lijn. Toezichthouders zoals de accountant en de Waarderingskamer kunnen gezien worden als vierde (externe) lijn.
Risicoposten in de begroting
De ontwikkelingen en doelen benoemd in het programma kennen op onderdelen nog financiële onzekerheden die gedeeltelijk in de begroting 2025 zijn opgenomen. Het gaat daarbij om de volgende posten:
- De ontwikkeling van de proceskosten is onzeker. Door de aangepaste nieuwe proceskostenvergoedingen voor WOZ-zaken wordt uitgegaan van een behoorlijke daling ten opzichte van 2023 en die daling is ook als zodanig verwerkt in de begroting 2025 en de meerjarenraming 2026-2029. Het zal echter in de komende jaren moeten blijken in hoeverre de proceskosten daadwerkelijk dalen. Extra risico hierbij vormt het advies van de advocaat generaal aan de Hoge Raad, dat begin 2024 is uitgebracht, waarbij wordt gesteld dat de aangepaste nieuwe proceskostenvergoeding het discriminatieverbod schendt. Hiermee wordt mogelijk de nieuwe proceskostenvergoeding alsnog doorgehaald, waardoor de oude regeling van toepassing is.
- De rentebaten en het gehanteerde percentage zijn afhankelijk van veel externe factoren. Daarmee bevat deze bate een risicofactor.
- De invorderopbrengsten zijn afhankelijk van externe ontwikkelingen en vormen daarmee een risicopost voor de baten. De bate is tevens afhankelijk van de wijze waarop deze vastgesteld moet worden. Het met de accountant afgestemde prognoseprotocol moet binnenkort herijkt worden. Dit kan incidenteel zorgen voor een trendbreuk.
- Prijsindexatie, inclusief cao, is afhankelijk van externe factoren. Voor de prijsindexatie hebben we aansluiting gezocht bij het streefdoel van de Europese Centrale Bank. Dit percentage ligt iets lager dan de prijsindexatie in de macro economische verkenning (februari 2024).
Bestemmingsreserves en voorzieningen
GBLT verdeelt jaarlijks alle lasten over de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling en vormt derhalve geen eigen vermogen. Ook voor begrotingsjaar 2025 en in de meerjarenraming zijn geen bestemmingsreserves opgenomen.
In de begroting 2025 en het meerjarenperspectief zijn enkele voorzieningen opgenomen:
- Ambtsjubilea;
- Uitkering voormalig personeel;
- Proceskosten;
De jaarlijkse mutaties in de voorzieningen zijn niet materieel. De onttrekking (en dotatie) aan de voorziening van de proceskosten is afhankelijk van externe ontwikkelingen die niet of nauwelijks zijn in te schatten. Uitgangspunt is dat deze voorziening per saldo niet muteert. Voor een overzicht van de mutaties wordt verwezen naar de balansen, zowel voor de begroting 2025 en het meerjarenperspectief.
Kengetallen
Bij de uiteenzetting van de financiële positie behoren ook meerdere kengetallen conform de BBVW.
- Weerstandsvermogen
- Nettoschuldquote
- EMU-saldo
- Wendbaarheid van de begroting
- Lastendruk
In het onderdeel weerstandsvermogen en risicobeheersing is reeds aangegeven dat GBLT geen weerstandsvermogen aanhoudt. Dit kengetal is daarmee niet van toepassing.
Aangezien GBLT geen externe financiering heeft is eveneens het kengetal nettoschuldquote niet van toepassing.
Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Het EMU-saldo van de lokale overheid telt mee voor het EMU-saldo van de totale overheid. Om inzicht te geven in het verwachte EMU-saldo van de lokale overheid is onderstaande tabel opgenomen voor begrotingsjaar 2025.
Inkomsten en uitgaven |
Bedragen x € 1 |
1 Exploitatiesaldo voor bestemming van reserves |
0 |
2 Invloed investeringen |
|
-/- netto investeringsuitgaven |
0 |
+ verkoop materiële en immateriële vaste activa |
0 |
+ afschrijvingen |
341.352 |
3 Invloed voorzieningen |
|
+ toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. exploitatie |
0 |
-/- onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie |
0 |
-/- onttrekkingen rechtstreeks uit voorziening |
-15.000 |
4 Invloed reserves |
|
+ toevoegingen aan reserves t.l.v. exploitatie |
0 |
-/- onttrekkingen aan reserves t.b.v. exploitatie |
0 |
-/- onttrekkingen rechtstreeks uit reserves |
0 |
5 Deelnemingen en aandelen |
|
-/- boekwinst |
0 |
+ boekverlies |
0 |
EMU Saldo |
326.352 |
De wendbaarheid van de begroting geeft de verhouding tussen de totale kapitaallasten en de totale bruto exploitatiekosten. De kapitaallasten van GBLT zijn nihil, waardoor deze ook geen beperkende invloed hebben op de wendbaarheid van de begroting.
Het kengetal lastendruk is bij GBLT niet van toepassing. De lastendruk voor de huishoudens volgt uit het beleid en de verordeningen dat door de deelnemende waterschappen en gemeenten wordt bepaald.