Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarstukken 2023 Jaarstukken 2023 versie definitief

Toelichting op de activa

Materiële vaste activa

In de staat van vaste activa (bijlage A) is een nadere specificatie opgenomen van de materiële vaste activa, zoals bedrijfsgebouwen en software. Het verloop van de materiële vaste activa in 2023 is in de volgende tabel weergegeven.

Bedragen in € x 1.000

Bedrijfsgebouwen

Vervoersmiddelen

Software

Overige materiële
vaste activa

Totaal

Stand per 31 december 2022






Historische aanschafwaarde

1.341

14

857

746

2.958

Cumulatieve afschrijvingen

-1091

-14

-353

-620

-2.078

Boekwaarde

250

0

504

126

880

Mutaties 2023






Investeringen

0

0

39

0

39

Afschrijvingen

-134

0

-148

-82

-364

Desinvesteringen Aanschafwaarde

0

0

0

0

0

Desinvestering Afschrijvingen

0

0

0

0

0

Saldo mutaties 2023

-134

0

-109

-82

-325

Stand per 31 december 2023






Historische aanschafwaarde

1.341

14

896

746

2.997

Cumulatieve afschrijvingen

-1.225

-14

-501

-702

-2442

Boekwaarde

116

0

395

44

555

Onder de categorie 'bedrijfskosten' verantwoorden wij de investeringen in ons kantoorpand. Dit zijn investeringen in de kantoorruimte die we gedurende de huurperiode afschrijven. GBLT is geen juridisch eigenaar van het kantoorpand.

Vlottende activa

In onderstaande tabel zijn de vlottende activa inzichtelijk gemaakt.

Bedragen x € 1.000

31-12-2023

31-12-2022

Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar



Uitzettingen schatkistbankieren

3.396

4.538

Kortlopende vorderingen



Openstaande invorderingsdebiteuren

2.281

2.194

Debiteuren

0

162

Vooruitbetaalde bedragen

384

116

Overige vorderingen

198

164

Liquide middelen

4

1

Totaal

6.263

7.175

Uitzettingen met een looptijd korter dan 1 jaar

Sinds eind 2013 zijn alle decentrale overheden, waaronder gemeenschappelijke regelingen, verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Tegelijkertijd met de wet is de ministeriële regeling Schatkistbankieren decentrale overheden ingegaan. Onderdeel van die regeling is de rekening-courantovereenkomst die iedere decentrale overheid heeft met de Staat der Nederlanden.

De regeling bevat ook de verplichting voor decentrale overheden om een bankrekening aan te houden die gekoppeld kan worden aan de schatkist. De uitzettingen bestaan voor € 0,9 mln. uit ontvangsten die nog doorgestort moeten worden aan de deelnemers. Dit bedrag is dan ook niet ter vrije beschikking van GBLT.

Niet alle overtollige middelen behoeven in de schatkist te worden gestort. Hiervoor geldt een drempel. Het drempelbedrag is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden. In onderstaande tabel is het drempelbedrag voor schatkistbankieren per kwartaal weergegeven, alsmede de ruimte onder het drempelbedrag.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren € x 1.000





Verslagjaar 2023





Drempelbedrag

1.000

1.000

1.000

1.000


Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijksschatkist aangehouden middelen

4

26

10

7

Ruimte onder het drempelbedrag

996

974

990

993

Overschrijding van het drempelbedrag

0

0

0

0

Kortlopende vorderingen

De kortlopende vorderingen betreffen onder andere de nog te realiseren invorderopbrengsten van € 2,3 mln. Alle kortlopende vorderingen zijn op balansdatum direct opeisbaar. In de volgende tabel zijn de openstaande invorderingsdebiteuren per 31 december 2023 opgenomen.

Bedragen x € 1.000

31-12-2023

31-12-2022

Openstaande invorderingsdebiteuren

3.644

3.534

Af: voorziening dubieuze invorderingsdebiteuren

-1.363

-1.340

Totaal

2.281

2.194


Van de openstaande vorderingen is per ultimo 2023 op basis van ervaringscijfers en de fase waarin de vordering zich bevindt, berekend welke deel vermoedelijk oninbaar zal worden geleden. We verwachten van het openstaande bedrag 63% te innen (€ 2,3 mln.).

Bedragen x € 1.000

1-1-2023

Mutaties 2023

31-12-2023

Saldo aan het begin van het begrotingsjaar

1.340







vermeerderingen a.g.v. rentetoevoegingen


0

-1.340

overige interne vermeerderingen


593


interne verminderingen


-570


externe verminderingen


0






Saldo aan het einde van het begrotingsjaar



1.363

De oninbaar geleden vorderingen van belastingjaar 2023 (€ 37.000) zijn gecorrigeerd op de invorderingsopbrengst 2023. Alle oudere posten zijn ten laste van de voorziening dubieuze invorderingsdebiteuren gebracht (€ 570.000). Om de voorziening op het berekende niveau van € 1,4 mln. te brengen, is € 593.000 aan de voorziening toegevoegd.

Liquide middelen

Dit betreft de saldi op de bankrekeningen.