Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025 versie definitief Begroting 2025 definitief

Raming baten/lasten, dekkingsmiddel en onvoorzien

Baten en lasten

De uitvoering van het programma heeft effecten op de baten en lasten. Een uitgebreide weergave van de baten en lasten, inclusief een toelichting is opgenomen in de financiële begroting. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de baten en de lasten op hoofdlijnen weergegeven.

Bedragen in € x 1.000

jaarrekening 2023 concept

begroting 2024 wijziging

begroting 2025

Totaal van de lasten

25.341

26.440

26.673

Totaal van de baten

-6.664

-5.930

-5.919

Totaal deelnemersbijdrage

18.677

20.510

20.754


Dekkingsmiddelen en onvoorzien

In het overzicht van de dekkingsmiddelen wordt weergegeven op welke wijze het verschil tussen de baten de lasten wordt gedekt. GBLT heeft geen dekkingsmiddelen uit belastingopbrengsten, dividenden of overige algemene opbrengsten. Wel is sprake van een rentebate die het gevolg is van het kortstondig beheren van de financiële middelen. Deze rentebate is verwerkt in het totaal van baten. Voor het begrotingsjaar 2025 bedraagt deze rentebate € 300.000.

Aan de lastenkant is een bedrag van € 200.000 opgenomen voor onvoorziene uitgaven. Dit bedrag wordt structureel meegenomen in de raming en het dagelijks bestuur van GBLT is bevoegd deze uitgaven te doen. Vorenstaande volgt uit de verordening financieel beheer GBLT, artikel 8.

De kosten van GBLT worden enerzijds door de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling gedragen en anderzijds verworven door aan belastingplichtigen in rekening gebrachte (invorder)kosten voor het verzenden van onder andere aanmaningen en dwangbevelen. De netto exploitatielasten worden volgens de verdeelsleutel, die vermeld staat in de Bijdrageverordening GBLT 2016, aan de deelnemers in rekening gebracht. De totale deelnemersbijdrage voor 2025 bedraagt afgerond € 20.754.000. Voor de verdeling tussen de individuele deelnemers verwijzen we naar de financiële begroting 'Begroting naar kostendragers'. De bijdrage van de deelnemers is gebaseerd op de kostenverdeelsleutel (zie bijlage A).