De volgende ontwikkelingen hebben invloed op de begroting 2024 en de meerjarenraming 2025 tot en met 2027 en daarmee op de bijdragen van de deelnemers:
Inflatie en prijsaanpassingen
- Bij de begrotingswijziging 2023 zijn alle lopende verplichtingen tegen het licht gehouden voor wat betreft de inflatie. Dit is verwerkt in de begrotingswijziging 2023 en levert basisprijzen op voor de begroting 2024.
Rente en afschrijvingen:
- De rentekosten en afschrijvingslasten laten geen substantiële wijziging zien ten opzichte van de meerjarenbegroting die in de kadernotitie en begroting van 2023 is opgenomen.
Personeelskosten:
- Voor salarissen, sociale premies en personeel van derden wordt uitgegaan van een loonpeilontwikkeling van 2,5%. De bestaande cao (1-1-2023 t/m 31-12-2023) is vastgesteld, waardoor de loonpeilontwikkelingen in 2023 zeker zijn.
- Naast de stijging van de cao wordt bij de hoogte van de personeelskosten rekening gehouden met eventuele doorgroeimogelijkheden en ruimte binnen de schaal van de medewerkers.
- Voor overige personeelslasten is uitgegaan van de algemene prijsstijging van 1,8%.
Goederen en diensten van derden:
- In algemene zin is uitgegaan van het begrotingsdoel van 1,8%.
- Inhuur derden/personeel is overeenkomstig cao 2,5% (zie hierboven)
Voorzieningen/onvoorzien
- Er is uitgegaan van een vast bedrag van € 200.000 voor onvoorzien
Goederen en diensten aan derden:
- Dit betreft de bijdrage van de deelnemers in GBLT
Waterschaps- en gemeentebelastingen:
- Dit betreft de invorderbaten. Vanaf 2021 is uitvoering gegeven aan het sociaal incasseren. Hiervoor is jaarlijks een bedrag van € 750.000 meegenomen aan de lastenkant in de begroting. Inmiddels is in de begrotingswijziging 2023 een bedrag van € 100.000 aan de lastenkant meegenomen en is een bedrag van € 500.000 verminderd aan de batenkant om het effect van de lagere invorderbaten op te vangen. Vanwege corona zijn de geplande werkzaamheden in 2021 voor een groot deel doorgeschoven naar 2022. Een evaluatie van deze pilot zal medio 2023 plaatsvinden waardoor er op dit moment nog geen zicht is op het financiële effect. Om fluctuaties in de meerjarenbegroting te voorkomen is ook daar het bedrag van € 100.000 op dezelfde wijze als hierboven meegenomen vanaf 2024.
Areaaluitbreiding bij de deelnemers heeft effect op de kostenontwikkeling van GBLT. Deze toename van kosten is niet specifiek opgenomen in de kaders voor de begroting.
De groei van de economie is als gevolg van de inflatie en energiekosten onzeker. Vooralsnog is het te vroeg om het effect daarvan voor de begroting 2024 en verder in te schatten. We gaan voorlopig uit van de doelstellingscijfers die het CPB in haar Macro Economische Verkenning 2023 heeft afgegeven.