Waarderingsgrondslagen
De jaarrekening is in overeenstemming met de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen en hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit.
Baten en lasten
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winst wordt genomen zodra deze is gerealiseerd, een verlies wordt verwerkt zodra dit bekend is.
Activa en passiva
Voor zover niet anders is vermeld, zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. Voor de investeringen gelden de afschrijvingstermijnen zoals opgenomen in de Verordening financieel beheer, zie onderstaande tabel.
Activa |
Termijn in jaren |
Gebouwen en verbouwingskosten |
10 |
Inventaris |
10 |
Hardware |
5 |
Infrastructuur |
5 |
Laptops en mobiele telefoons |
3 |
Aanschaf- en implementatiekosten belastingsysteem |
5 |
Software, licenties en dergelijke |
5 |
Dienstauto's |
6 |
Onderzoek en ontwikkeling |
5 |
Overige immateriële vaste activa tenzij gemotiveerd wordt dat een andere periode passender is. |
4 tot 5 |
De afschrijving vindt lineair plaats. Ook hanteert GBLT het uitgangspunt dat pas na ingebruikname van de investering, de exploitatie wordt belast voor rente en afschrijving.
De materiële vaste activa wordt gewaardeerd tegen historische kostprijs onder aftrek van afschrijvingen gebaseerd op de verwachte economische levensduur en duurzame waardeverminderingen.
De uitzettingen met een kortere looptijd dan 1 jaar, de overige kortlopende vorderingen en de overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De liquide middelen betreffen direct opeisbare tegoeden.
Voorzieningen
De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, behalve de voorziening Arbeidsgerelateerde verplichting die is opgenomen tegen de contante waarde. De gebruikte disconteringsvoet is 2%.