In de staat van vaste activa (bijlage A) is een nadere specificatie opgenomen van de materiële vaste activa, zoals bedrijfsgebouwen en software. Het verloop van de materiële vaste activa in 2022 is in de volgende tabel weergegeven. In deze activastaat is een desinvestering in het zaaksysteem verwerkt. Dit is voor een totaalbedrag van € 394.000 afgeboekt en daarna weer opgevoerd voor € 236.000. Reden hiervoor is dat de oorspronkelijke investering bestond uit 3 componenten (zaaksysteem, archief en koppelingen) en 1 van die componenten een SaaS-oplossing is. Deze SaaS-oplossing mag niet geactiveerd worden. Dit leidt tot een afboeking van € 158.000.
Bedragen in € x 1.000 |
Bedrijfsgebouwen |
Vervoersmiddelen |
Software |
Overige materiële
|
Totaal |
Stand per 31 december 2021 |
|
|
|
|
|
Historische aanschafwaarde |
1.341 |
14 |
1.000 |
746 |
3.101 |
Cumulatieve afschrijvingen |
-951 |
-14 |
-206 |
-538 |
-1.709 |
Boekwaarde |
390 |
0 |
794 |
208 |
1.392 |
Mutaties 2022 |
|
|
|
|
|
Investeringen |
|
|
251 |
|
251 |
Afschrijvingen |
-140 |
|
-147 |
-82 |
-369 |
Desinvesteringen Aanschafwaarde |
|
|
-394 |
|
--394 |
Desinvestering Afschrijvingen |
|
|
|
|
|
Saldo mutaties 2022 |
-140 |
0 |
-290 |
-82 |
-512 |
Stand per 31 december 2022 |
|
|
|
|
|
Historische aanschafwaarde |
1.341 |
14 |
857 |
746 |
2.958 |
Cumulatieve afschrijvingen |
-1.091 |
-14 |
-353 |
-620 |
-2.078 |
Boekwaarde |
250 |
0 |
504 |
126 |
880 |
Onder de categorie 'bedrijfskosten' verantwoorden wij de investeringen in ons kantoorpand. Dit zijn investeringen in de kantoorruimte die we gedurende de huurperiode afschrijven. GBLT is geen juridisch eigenaar van het kantoorpand.
Bedragen x € 1.000 |
31-12-2022 |
31-12-2021 |
Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar |
|
|
Uitzettingen schatkistbankieren |
4.538 |
3.667 |
Kortlopende vorderingen |
|
|
Openstaande invorderingsdebiteuren |
2.194 |
2.051 |
Debiteuren |
162 |
200 |
Vooruitbetaalde bedragen |
116 |
117 |
Overige vorderingen |
164 |
394 |
Liquide middelen |
1 |
1 |
Totaal |
7.175 |
6.430 |
Sinds eind 2013 zijn alle decentrale overheden, waaronder gemeenschappelijke regelingen, verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Tegelijkertijd met de wet is de ministeriële regeling Schatkistbankieren decentrale overheden ingegaan. Onderdeel van die regeling is de rekening-courant overeenkomst die iedere decentrale overheid heeft met de Staat der Nederlanden.
De regeling bevat ook de verplichting voor decentrale overheden om een bankrekening aan te houden die gekoppeld kan worden aan de schatkist. De uitzettingen bestaan voor € 1,4 mln. uit ontvangsten die nog doorgestort moeten worden aan de deelnemers. Dit bedrag is dan ook niet ter vrije beschikking van GBLT.
Niet alle overtollige middelen behoeven in de schatkist te worden gestort. Hiervoor geldt een drempel. Het drempelbedrag is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden. In onderstaande tabel is het drempelbedrag voor schatkistbankieren per kwartaal weergegeven, alsmede de ruimte onder het drempelbedrag.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren € x 1.000 |
|
|
|
|
Verslagjaar 2022 |
|
|
|
|
Drempelbedrag |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
|
Kwartaal 1 |
Kwartaal 2 |
Kwartaal 3 |
Kwartaal 4 |
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijksschatkist aangehouden middelen |
2 |
7 |
5 |
3 |
Ruimte onder het drempelbedrag |
998 |
993 |
995 |
997 |
Overschrijding van het drempelbedrag |
0 |
0 |
0 |
0 |
De kortlopende vorderingen betreffen onder andere de nog te realiseren invorderopbrengsten van € 2,2 mln. Alle kortlopende vorderingen zijn op balansdatum direct opeisbaar.
In de volgende tabel zijn de openstaande invorderingsdebiteuren per 31 december 2022 opgenomen onder vermindering van de inschatting van de niet te realiseren inning.
Bedragen x € 1.000 |
Openstaand bedrag 31-12-2022 |
Openstaand bedrag 31-12-2021 |
Openstaande invorderingsdebiteuren 2022 |
1.950 |
|
Openstaande invorderingsdebiteuren 2021 |
781 |
1.698 |
Openstaande invorderingsdebiteuren 2020 |
297 |
939 |
Openstaande invorderingsdebiteuren 2019 |
198 |
492 |
Openstaande invorderingsdebiteuren 2018 |
171 |
283 |
Openstaande invorderingsdebiteuren 2017 |
83 |
120 |
Openstaande invorderingsdebiteuren 2016 |
38 |
74 |
Openstaande invorderingsdebiteuren 2015 |
14 |
59 |
Openstaande invorderingsdebiteuren 2014 |
3 |
7 |
Openstaande invorderingsdebiteuren 2013 en voorgaande jaren |
0 |
0 |
Totaal |
3.535 |
3.672 |
Percentage verwachte inning |
62% |
56% |
Voorziening |
1.341 |
1.621 |
Openstaande invorderingsdebiteuren |
2.194 |
2.051 |
Voor de verwachte inning op het openstaande bedrag is een berekeningsmethode gehanteerd waarbij wij de verwachte ontvangsten berekenen op basis van ervaringscijfers en de fase waarin de vordering zich bevindt.
Liquide middelen
Dit betreft de saldi op de bankrekeningen.