Financiële rapportage

In dit onderdeel zetten we op hoofdlijnen de financiële exploitatiegegevens van GBLT uiteen. In onderstaande tabel zijn de lasten en baten van 2024 tot en met 30 september 2024 opgenomen. De kolommen laten de begroting 2024, de begroting 2024 na wijziging, de realisatie tot en met september 2024 en de prognose einde boekjaar 2024 zien.

Hieronder lichten we afwijkingen groter dan € 25.000 toe. Het gaat om afwijkingen ten opzichte van de prognose einde boekjaar vergeleken met de eerste begrotingswijziging 2024.

Personeelslasten

Het verschil tussen de prognose einde boekjaar en de gewijzigde begroting 2024 voor personeelslasten heeft te maken met meerdere mutaties op onder andere salaris personeel, personeel van derden, studie-/opleidingskosten, arbo, werving & selectie en overige personeelslasten.

Salaris huidig en oud personeel

De salariskosten voor eigen personeel komen ongeveer € 921.000 lager uit. Dit is met name het gevolg van het later invullen van vacatures. Daar staat tegenover dat we te maken hebben met niet begrote wachtgelduitkeringen aan oud personeel van € 40.000 en rechtstreekse uitkeringen huidig personeel van € 19.000. Het verschil is daarmee € 862.000.

Personeel van derden

De kosten van Personeel van derden komen naar verwachting ongeveer € 260.000 hoger uit. Dit wordt veroorzaakt door meer inhuur als gevolg van het opvangen van ziekte en het niet (tijdig) kunnen invullen van vacatures op diverse afdelingen.

Studie- en opleidingskosten

De kosten van studie en opleiding komen ongeveer € 40.000 lager uit.

Arbo

We hebben € 27.000 minder aan arbo-kosten uitgegeven.

Werving en selectie

De kosten voor werving en selectie zijn lager uitgevallen omdat enerzijds een aantal vacatures intern zijn ingevuld en anderzijds vacatures via eigen kanalen zijn uitgezet. Hierdoor ontstaat een voordeel van € 25.000.

Overige personeelslasten

De overige personeelslasten vallen € 30.000 hoger uit dan geraamd. Dit is een optelsom van diverse kleine nadelen.

Goederen en diensten van derden

Het verschil tussen de prognose einde boekjaar en de begrotingswijziging 2024 op de post Goederen en diensten van derden heeft te maken met meerdere mutaties op onder andere Proceskostenvergoeding (NCNP) en Uitbesteden werkzaamheden.

Proceskostenvergoeding

In de begrotingswijziging 2024 is het bedrag voor proceskostenvergoeding naar beneden bijgesteld naar € 373.000 (in de initiële begroting € 690.000). Door een arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2024 moeten de proceskosten voor 2024 naar boven bijgesteld worden naar € 815.000. In de bijstelling is tevens rekening gehouden dat het aantal ontvangen NCNP-bezwaarschriften circa 1.300 hoger ligt dan was ingeschat bij de begrotingswijziging 2024.

Uitbesteden werkzaamheden

We hebben meer werk uitbesteed om pieken (o.a. bij bezwaarafhandeling) op te kunnen vangen. Dit heeft geleid tot een overschrijding op deze post van € 163.000.

De overige kleine voordelen op posten tellen op naar een bedrag van € 50.000.

Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien

De post onvoorzien is niet gebruikt. Daarnaast gaan we uit van een toevoeging aan de voorziening ambtsjubilea van € 25.000 en hebben we voor de voorziening dubieuze invorderingsdebiteuren een bedrag gereserveerd van € 619.000. Dit bedrag is gelijk aan de onttrekking voorziening dubieuze invorderingsdebiteuren.

Rentebaten

We hebben de plicht om overtollige middelen bij de schatkist te stallen. Over deze middelen ontvangen we rente. De rentebaten komen naar verwachting uit op € 475.000. Dit is € 125.000 hoger dan de afgegeven verwachting bij de begrotingswijziging 2024. Oorzaak hiervan is het gelijk blijven van het rentetarief van het schatkistbankieren, terwijl een lichte daling werd verwacht.

Personeelsbaten

Dit betreft ontvangen premies voor ziekte en zwangerschap en loonkostensubsidies voor medewerkers uit het doelgroepenregister (€ 102.000). Ook het uitlenen van personeel voor de aansluiting van de drie nieuwe gemeenten is hier ondergebracht.

Goederen en diensten aan derden

Op basis van de actuele prognose verwachten we een positief resultaat van € 505.000 ten opzichte van de begrotingswijziging 2024. Het resultaat wordt aan het eind van het boekjaar verrekend met de deelnemersbijdrage waardoor deze per saldo zal afnemen. Het effect op de bijdrage per deelnemer is in de volgende tabel opgenomen.

Vanwege de toegenomen specifieke kosten voor de proceskostenvergoeding, stijgt de deelnemersbijdrage voor de gemeenten ten opzichte van de begrotingswijziging. De consequentie van de uitspraak van de Hoge Raad en het uitblijven van reparatiewetgeving is aan het algemeen bestuur kenbaar gemaakt op 11 september 2024 bij de behandeling van de begrotingswijziging 2024. Hierbij is aangekondigd dat het effect ongeveer € 400.000 zal zijn. Op basis van de actuele berekening is dit een realistische verwachting die is doorvertaald in onderstaande deelnemersbijdrage van de gemeenten.

De bijdragen van derden zijn kostenfacturen die zijn doorbelast aan derden.

In de vorige bestuursrapportage zijn we uitgegaan van € 5,5 miljoen aan invorderbaten voor 2024 en dit is ook in de 1e begrotingswijziging 2024 meegenomen. De actuele cijfers geven aan dat we met de invorderdocumenten iets boven de aantallen van vorig jaar zitten, conform planning. In combinatie met de tariefwijziging zorgt dat voor een verwachte opbrengst van € 5,6 miljoen aan het einde van het jaar.

Dit is de onttrekking aan de voorziening dubieuze invorderingsdebiteuren.