Bestuursrapportage 1 - 2023 Definitieve versie na besluit AB

Financiële rapportage

In dit hoofdstuk zetten we op hoofdlijnen de financiële exploitatiegegevens van GBLT uiteen. In onderstaande tabel zijn de lasten en baten tot en met 30 april 2023 opgenomen. De kolommen laten de begroting 2023, de realisatie tot en met april 2023 en de prognose einde boekjaar 2023 zien. De laatste twee kolommen hebben betrekking op de ingediende begrotingswijziging 2023 en de daarbij behorende prognose.

bedragen in € x 1.000

Begroting 2023

Realisatie 2023 tot en met 30 april

Prognose einde boekjaar


Begroting 2023 na wijziging

Prognose einde boekjaar

Lasten














Rente en afschrijvingen

506

138

444


451

444

Personeelslasten

15.555

5.212

16.476


16.589

16.476

Goederen en diensten van derden

9.564

2.283

8.557


8.263

8.557

Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien

200

0

0


200

0








Totaal lasten

25.825

7.633

25.478


25.503

25.478








Baten














Rentebaten

0

88

238


0

238

Personeelsbaten

70

34

74


70

74

Goederen en diensten aan derden

20.755

8.679

20.755


20.933

20.933

Bijdragen van derden

0

69

46


0

46

Waterschaps- en gemeentebelastingen

5.000

600

4.500


4.500

4.500








Totaal baten

25.825

9.470

25.613


25.503

25.792








Resultaat

0

1.837

136


0

314


Hieronder lichten we grote afwijkingen toe in de prognose einde boekjaar ten opzichte van de begroting 2023. Daar waar nodig leggen we uit hoe deze zich verhouden tot de ingediende begrotingswijziging die ter zienswijze is aangeboden aan de deelnemers.

Rente en afschrijvingen

De rente- en afschrijvingslasten komen naar verwachting ongeveer € 62.000 lager uit dan de begroting. Dit is voor € 20.000 het gevolg van een afname van de verwachte heffingsrente en voor ongeveer € 35.000 door lagere afschrijvingen. Deze gewijzigde inzichten zijn verwerkt in de begrotingswijzing 2023, die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het algemeen bestuur nadat de zienswijze procedure is doorlopen.

Personeelslasten

Het verschil tussen de prognose einde boekjaar en begroting voor personeelslasten heeft te maken met meerdere mutaties op onder andere salaris huidig personeel en personeel van derden.

Salaris huidig personeel
De hogere uitgave aan salarissen huidig personeel is het gevolg van de CAO-stijging en mutatie van de formatie (€ 473.000). Het niet (tijdig) kunnen invullen van alle vacatures, heeft een drukkend effect op de salariskosten.

Personeel van derden
De kosten van personeel van derden komen naar verwachting ongeveer € 448.000 hoger uit. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door meer inhuur binnen de afdeling Waarderen en anderzijds door het niet (tijdig) kunnen invullen van vacatures. Daarnaast is ook de inflatiecorrectie hoger dan was begroot.

Goederen en diensten van derden

Het verschil tussen de prognose einde boekjaar en de begroting op de post Goederen en diensten derden heeft te maken met meerdere mutaties op onder andere de Wet digitale overheid (WDO), bankkosten, druk- en bindwerk, postverzending, sociaal incasseren en uitbesteden werkzaamheden (dwanginvordering).

Wet digitale overheid (WDO)
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de bestaande financieringsconstructie van de WDO aangepast. Deze verandering hebben we in de gewijzigde begroting meegenomen. Per saldo is dit een verlaging van circa € 540.000.

Bankkosten
De bankkosten stijgen met circa € 65.000 ten opzichte van de begroting. Grotendeels wordt dit veroorzaakt door een stijging van het aantal iDeal-betalingen en de invoering van E-mandate.

Postverzending en drukwerk- en bindwerk
Sinds 2022 verzorgt een nieuwe externe partij ons postproces. Dit heeft geresulteerd in een daling van de kosten van ongeveer € 325.000 op jaarbasis. Deze meevaller is in de begrotingswijziging 2023 verwerkt. Ook is er sprake van lagere kosten voor de digitale postverwerking. Het hiervoor begrote bedrag neemt af met € 100.000.

Sociaal incasseren
Aan het sociaal incasseren was een lastenbudget verbonden van € 750.000. Met de begrotingswijziging ramen we deze post voor 2023 af naar € 80.000, een daling van € 670.000. € 500.000 van deze daling correspondeert met de afname van € 500.000 voor de verwachte invorderopbrengsten, terwijl € 170.000 een verlaging van het projectbudget behelst. Na de aanbesteding van onze nieuwe deurwaarder, is een groot deel van uitgangspunten van sociaal incasseren al in de werkwijze opgenomen. De resterende € 80.000 wordt daarom gebruikt voor de pilot loonvordering en het eventuele effect daarvan op de invorderbaten. Dit sluit aan bij de visie van GBLT op sociaal incasseren.

Uitbesteden werkzaamheden (dwanginvordering)
We hebben vanaf begin dit jaar een nieuwe externe partij voor onze deurwaarderswerkzaamheden als gevolg van een gunning na aanbesteding. Door een eenmalige piek in werkzaamheden die eind 2022 niet meer door de vorige deurwaarder zijn opgestart, komen de kosten eenmalig hoger uit € 103.000.

Servicekosten
De afrekening van de servicekosten over 2022 is € 27.000 lager dan eerder was geraamd. In de begrotingswijziging hebben we rekening gehouden met een stijging van de servicekosten ad € 55.000 deze vallen € 17.000 lager uit.

Proceskostenvergoeding (NCNP)
Het aantal bezwaarschriften ingediend door een NCNP-bureau is ten opzichte van vorig jaar meer dan verdubbeld. Op basis van ervaringscijfers hebben we een prognose gemaakt van de te verwachten proceskostenvergoeding. Hieruit volgt dat de kosten ongeveer € 325.000 hoger uitvallen dan waar in de gewijzigde begroting 2023 mee is gerekend. Het aantal bezwaarschriften is hoger uitgevallen dan we bij het opstellen van de begrotingswijziging hadden verwacht. Nadrukkelijk merken we op dat de prognose voor de proceskostenvergoeding een eerste inschatting is. Deze kan vanwege de onzekerheden in onder andere het toekenningspercentage mogelijk nog wijzigen. De proceskosten zijn weliswaar een openeinderegeling. Dit neemt niet weg dat sprake is van een ruime tegenvaller.

Rentebaten

We hebben de plicht om overtollige middelen bij de schatkist te stallen. Over deze middelen ontvangen we rente. De rente baten komen naar verwachting uit op € 238.000.

Goederen en diensten aan derden

Deelnemersbijdrage
In de begrotingswijziging gaan we uit van een toename van de deelnemersbijdrage met € 178.000. Op basis van de actuele prognose verwachten we een positief resultaat van € 314.000 dat aan het eind van het boekjaar wordt verrekend met de deelnemersbijdrage waardoor deze per saldo zal afnemen.

Voor de gemeentelijke deelnemers zal als gevolg van de actuele prognose voor de proceskostenvergoeding en de extra kosten voor inhuur de deelnemersbijdrage naar verwachting stijgen. Dit zijn specifieke kosten voor de gemeenten. Het voordeel in het resultaat zit in de generieke kosten, waardoor deze grotendeels ten gunste van de waterschappen vallen.

Bijdrage van derden

De bijdrage van derden zijn kostenfacturen die zijn doorbelast aan derden.

Waterschaps- en gemeentebelastingen

Invorderbaten

In 2022 zagen we een substantiële verlaging van de invorderbaten die het gevolg is van enerzijds het sociaal incasseren en anderzijds een betere betaalcapaciteit van onze klanten. We hebben in de gewijzigde begroting de invorderopbrengst met € 500.000 verlaagd.