
De ontwikkelingen in het domein van lokale belastingen vragen om specialistische kennis en vaardigheden, zodat GBLT de processen en systemen kan innoveren en beheren. Ook moeten we anticiperen op verschuivingen in de werkzaamheden en krimp van de administratieve taken. Dit vraagt om ontwikkeling van medewerkers: vakbekwame professionals die goed toegerust zijn voor hun taken.
De ontwikkelingen vragen echter ook om ketensamenwerking voor het leveren van kwaliteit van dienstverlening tot over de grenzen van onze organisatie. Samenwerking die noodzakelijk is om verder invulling te kunnen geven aan maatschappelijke opgaven. Wat we hiervoor in 2024 gedaan hebben, leest u hieronder.
Duurzame inzetbaarheid
GBLT streeft ernaar om een wendbare en lerende organisatie te zijn, met een sociaal gezicht. Medewerkers spelen hierbij een centrale en cruciale rol. Dit jaar hebben we binnen de werkgroep Duurzame inzetbaarheid gewerkt aan een visie en bijpassend model op werken met kracht en plezier binnen GBLT. We onderscheiden daarbij drie belangrijke pijlers van duurzame inzetbaarheid: werkplezier, werkkracht en werksfeer. Deze visie en bijbehorend model vormt een solide basis om in 2025 het verdere plan van aanpak rond de uitrol van het project Duurzame inzetbaarheid verder vorm te geven.
In november is het leiderschapsprogramma voor GBLT van start gegaan. Het leiderschapsprogramma is afgestemd op de behoeftes en ontwikkelingen binnen GBLT. Het programma richt zich op het nemen van initiatief, het vergroten van eigenaarschap en professionele groei, heldere doelen en effectieve samenwerking en een open cultuur waarin we elkaar helpen om beter te worden. Daarnaast is het gericht op de praktische toepassing en de verankering in het dagelijkse werk. Dit programma zal tot de zomer van 2025 doorlopen.
Het aangepaste opleidingsbeleid en de gesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers lijkt zijn vruchten af te werpen. Het afgelopen jaar is meer budget aan opleidingen besteed.
Sturen op kennis, capaciteit en inzetbaarheid over de keten
In 2024 is het nieuwe generieke functiehuis opgeleverd en geïmplementeerd. Hiermee wordt het gemakkelijker om medewerkers breder en flexibeler in te zetten, omdat de werkzaamheden en competenties generiek zijn beschreven. Het breder inzetten van medewerkers was al eerder gestart; er worden geen nieuwe medewerkers meer aangenomen met heel specifieke functiebeschrijvingen. Dat betekent in theorie dat iedere medewerker van GBLT overal kan worden ingezet als het gaat om vergelijkbare en/of passende werkzaamheden. In de praktijk zien we al dat het werkt. Steeds meer medewerkers zijn breed inzetbaar en het wordt steeds normaler om ook buiten het eigen team werkzaamheden te verrichten. Deze verbreding zorgt er ook voor dat kennis breder wordt gedeeld, waardoor het zicht op de gehele keten toeneemt. Omdat een beroep gedaan kan worden op collega’s uit andere teams, bijvoorbeeld bij piekmomenten, is op termijn minder inhuur nodig.
Er zijn in 2024 verschillende interne cursussen gegeven door collega’s, aan eigen en aan andere teams, om ook op die manier kennis te verbreden en vergroten. Het aantal aanmeldingen hiervoor was boven verwachting, waaruit blijkt dat de animo groot is om meer te leren en breder inzetbaar te zijn. In alle teams is gekeken naar kennisoverdracht, ook met het oog op de uitstroom van pensioengerechtigde medewerkers. Naast bredere inzetbaarheid is het ook van belang dat specialistische kennis niet bij één persoon blijft en dat ook die kennis wordt overgedragen aan een of meer collega’s. Daar is in 2024 een start mee gemaakt, maar dit zal zeker de komende jaren ook nog de aandacht hebben.
Samenwerking op gebied van kennisontwikkeling
GBLT is actief in diverse samenwerkingsverbanden. Denk hierbij aan de samenwerking met andere belastingkantoren die ook het belastingsysteem van Centric gebruiken en aan de Landelijke Lokale Belastingprocessen (LLBP), waar we als GBLT nauw bij betrokken zijn. Ook de Landelijke Vereniging Lokale Belastingen (LVLB) is en blijft een belangrijk gremium om kennis te delen en samen te werken aan nieuwe ontwikkelingen. De genoemde gremia zijn bedoeld om samen te werken, maar ook om de kennis zoveel mogelijk te delen met alle partijen die betrokken zijn bij lokale belastingen. We gebruiken deze gezamenlijke invloed ook om aan tafel te komen bij de beleidsorganisaties zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) om zodoende een betere afstemming te krijgen met de uitvoeringspraktijk. In dit kader hebben wij in de afgelopen periode deze samenwerkingen gebruikt om van elkaar te leren en invloed uit te kunnen oefenen als het gaat om veranderingen in wet- en regelgeving. Zo hebben wij samen met de UvW gereageerd op de consultatie in het kader van de versterking van de waarborgfunctie van de Algemene wet bestuursrecht en hebben wij input geleverd aan de werkgroep Waterheffingen van de UvW, ook in het kader van het nieuwe waterschapsbelastingstelsel.
Daarnaast hebben wij samen met een andere belastingsamenwerking als eerste een pilot uitgevoerd voor het project Secundaire objectkenmerken van de LVLB, zoals hiervoor beschreven in paragraaf 1.2. De opgedane kennis van de pilot hebben wij uitgewisseld met andere belastingsamenwerkingen en uitvoerders van lokale belastingen. Een mooi voorbeeld van samenwerking van uitvoerders om van elkaar te leren en kennis uit te wisselen om te komen tot een landelijke standaard.