Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarstukken 2024 Jaarstukken 2024

Toelichting op de activa

Materiële vaste activa

In de Staat van vaste activa (bijlage A) is een nadere specificatie opgenomen van de materiële vaste activa, zoals bedrijfsgebouwen en software. Het verloop van de materiële vaste activa in 2024 is in de volgende tabel weergegeven.

Bedragen in € x 1.000

Bedrijfsgebouwen

Vervoersmiddelen

Software

Overige materiële
vaste activa

Totaal

Stand per 31 december 2023






Historische aanschafwaarde

1.341

14

896

746

2.997

Cumulatieve afschrijvingen

-1.225

-14

-501

-702

-2.442

Cumulatieve bijdragen van derden

0

0

0

0

0

Boekwaarde

116

0

395

44

555

Mutaties 2024






Investeringen

84

0

0

479

563

Afschrijvingen

-117

0

-149

-137

-403

Bijdragen van derden

0

0

0

0

0

Desinvesteringen Aanschafwaarde

0

0

0

-143

-143

Desinvestering Afschrijvingen

0

0

0

143

143

Saldo mutaties 2024

-33

0

-149

342

160

Stand per 31 december 2024






Historische aanschafwaarde

1.425

14

896

1.082

3.417

Cumulatieve afschrijvingen

-1.342

-14

-650

-696

-2.702

Cumulatieve bijdragen van derden

0

0

0

0

0

Boekwaarde

83

0

246

386

715

Investeringen

Onder de categorie 'bedrijfsgebouwen' verantwoorden wij de investeringen in ons kantoorpand. Dit zijn investeringen in de kantoorruimte die we gedurende de huurperiode afschrijven. GBLT is geen juridisch eigenaar van het kantoorpand.

Het beschikbaar stellen van de investeringskredieten geschiedt door het bestuur op basis van de investeringsvoorstellen zoals deze zijn meegenomen in de (gewijzigde) begroting 2024. De investeringskredieten zijn niet meerjarig en worden niet doorgeschoven naar een volgend jaar.
Onderstaand de realisatie van de investeringskredieten in 2024 ten opzichte van de gewijzigde begroting.

Bedragen in € x 1.000

Gewijzigde begroting 2024

Realisatie 2024

Realisatiegraad

Verbouwing pand

250

85

34%

Inventaris

140

0

0%

Mobiele telefonie + tablets

182

198

109%

Laptops

278

281

101%

Totaal

850

564

66%


Vlottende activa

In onderstaande tabel zijn de vlottende activa inzichtelijk gemaakt.

Bedragen x € 1.000

31-12-2024

31-12-2023

Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar



Uitzettingen schatkistbankieren

4.327

3.396

Kortlopende vorderingen



Openstaande invorderingsdebiteuren

2.574

2.281

Debiteuren

93

0

Vooruitbetaalde bedragen

404

384

Overige vorderingen

277

198

Liquide middelen

1

4

Totaal

7.676

6.263

Uitzettingen met een looptijd korter dan 1 jaar

Sinds eind 2013 zijn alle decentrale overheden, waaronder gemeenschappelijke regelingen, verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Tegelijkertijd met de wet is de ministeriële regeling Schatkistbankieren decentrale overheden ingegaan. Onderdeel van die regeling is de rekening-courantovereenkomst die iedere decentrale overheid heeft met de Staat der Nederlanden.

De regeling bevat ook de verplichting voor decentrale overheden om een bankrekening aan te houden die gekoppeld kan worden aan de schatkist. De uitzettingen van € 4,3 miljoen bestaan voor een bedrag van € 1,6 miljoen uit ontvangsten die nog doorgestort moeten worden aan de deelnemers. Dit bedrag is dan ook niet ter vrije beschikking van GBLT.

Niet alle overtollige middelen behoeven in de schatkist te worden gestort. Hiervoor geldt een drempel. Het drempelbedrag is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden. In onderstaande tabel is het drempelbedrag voor schatkistbankieren per kwartaal weergegeven, alsmede de ruimte onder het drempelbedrag.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren € x 1.000





Verslagjaar 2024





Drempelbedrag

1.000

1.000

1.000

1.000


Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

8

8

7

5

Ruimte onder het drempelbedrag

992

992

993

995

Overschrijding van het drempelbedrag

0

0

0

0

Kortlopende vorderingen

De kortlopende vorderingen betreffen onder andere de nog te realiseren invorderopbrengsten van € 2,6 miljoen. Alle kortlopende vorderingen zijn op balansdatum direct opeisbaar. In de volgende tabel zijn de openstaande invorderingsdebiteuren per 31 december 2024 opgenomen.

Bedragen x € 1.000

31-12-2024

31-12-2023

Openstaande invorderingsdebiteuren

4.037

3.644

Af: voorziening dubieuze invorderingsdebiteuren

-1.463

-1.363

Totaal

2.574

2.281


Van de openstaande vorderingen is per ultimo 2024 op basis van ervaringscijfers en de fase waarin de vordering zich bevindt, berekend welke deel vermoedelijk oninbaar zal worden geleden. We verwachten van het openstaande bedrag 64% te innen (€ 2,6 miljoen).

Bedragen x € 1.000

1-1-2024

Mutaties 2024

31-12-2024

Voorziening dubieuze invorderingsdebiteuren




Saldo aan het begin van het begrotingsjaar

1.363



vermeerderingen a.g.v. rentetoevoegingen




overige interne vermeerderingen


833


interne verminderingen


-733


externe verminderingen


0


Saldo aan het einde van het begrotingsjaar



1.463

De oninbaar geleden vorderingen van belastingjaar 2024 (€ 74.000) zijn gecorrigeerd op de invorderingsopbrengsten van 2024. Alle oudere posten zijn ten laste van de voorziening Dubieuze invorderingsdebiteuren gebracht (€ 733.000). Om de voorziening op het berekende niveau van € 1,5 miljoen te brengen, is € 833.000 aan de voorziening toegevoegd.

De voorziening is bepaald op basis van wat we nog verwachten af te voeren en oninbaar te verklaren van de openstaande posten betreffende de aanmaningen, dwangbevelen en hernieuwde bevelen. Hiervoor is zowel voor het huidige als de oude jaren het gemiddelde percentage bepaald met behulp van historische cijfers. Voorheen gingen we voor openstaande posten uit oude jaren uit van 50% oninbaar. Deze aanscherping in de methodiek maakt de inschatting van de voorziening bij een gelijkblijvend proces accurater.

Liquide middelen

Dit betreffen de saldi op de bankrekeningen. Deze zijn ter vrije beschikking van GBLT.